De regels in acht nemen, maar ook proberen in deze tijd zo pragmatisch mogelijk om te gaan met de maatregelen waaraan ook de uitvaartbranche zich moet houden. Uitvaartbegeleider en schippersdochter Irene van Dongen van Najade Uitvaarten probeert zo ondanks de beperkingen vanwege het coronavirus de nabestaanden een mooie en respectvolle uitvaart te bieden. En vaak blijkt dat er meer kan dan wordt gedacht. Ook ontstaan soms mooie spontane in initiatieven. ‘Ik heb nog nooit zulke mooie uitgeleiden gezien.’
Om het werk door te kunnen laten gaan, heeft de overheid de uitvaartbegeleider uitgeroepen als cruciaal beroep. Maar net als iedereen in Nederland, moet ook de uitvaartbranche zich houden aan de strikte regel van 1,5 meter afstand. Nabestaanden kunnen daarom bijvoorbeeld niet meer meerijden met de rouwauto, hoe graag ze het ook zouden willen. Op afscheidsbijeenkomsten mogen niet meer dan 30 personen aanwezig zijn. Daarom wordt er met een gastenlijst gewerkt en afgevinkt wie naar binnen mag. Een heel verschil met een paar maanden geleden.
Irene ziet de familieleden vaak worstelen met het samenstellen van zo’n gastenlijst. Voor de ‘thuisblijvers’ wordt van de plechtigheid daarom vaak foto’s of een video gemaakt of worden de beelden live gestreamd. Toch kan een kleine bijeenkomst ook wat bieden. ‘Een afscheid in kleine kring kan ook heel erg mooi zijn, met mensen die heel dichtbij bij je staan. Een grote bijeenkomst is vaak heel erg intensief. Vooral als iedereen met zijn of haar eigen verdriet langs je komt.’ Deze bijzondere tijd heeft dus ook mooie kanten. ‘Ik heb nog nooit zo’n mooie uitgeleiden gezien. Waarbij alle buurtbewoners even het huis uit gaan en in de straat een mooie haag vormen om de overledene de laatste eer te bewijzen.’
Respectvol
‘Is hij of zij aan corona overleden?’, is nu de eerste vraag die Irene stelt als ze bij de nabestaanden aan de deur staat voor de verzorging van een overledene. Daarnaast vraagt ze voor haar eigen veiligheid ook nog of andere gezinsleden of aanwezigen griepverschijnselen vertonen. Overigens ging Irene altijd al goed geïnformeerd op pad. ‘Een overledene kan ook een andere besmettelijke ziekte hebben gehad of bijvoorbeeld radiotherapie. Ik moet mijzelf ook beschermen.’
De gesprekken met de nabestaanden verlopen eveneens anders dan voorheen, meer afstandelijk. Soms gebeurt dat ook met videobellen. ‘De familie zit in een kwetsbare periode, maar je kan ze niet aanraken. Je kan ze geen hand geven, maar ook niet even een schouderklopje. Je blijft afstand houden en maakt hoogstens een kleine buiging.’
Bij het verzorgen van de overledene, neemt Irene nu wel extra maatregelen. Ze heeft een lang schort voor, handschoenen aan en een mondkapje voor. De overledene is in zo’n geval niet het grootste probleem, maar wel de nabestaanden die besmet kunnen zijn met het coronavirus. Familieleden kunnen nog steeds meehelpen met de verzorging. ‘Je kan een overledene niet aan zijn lot overlaten. Die verdient een respectvolle verzorging.’
Tafelschikking
Met de 1,5 meter afstand houden kunnen uitvaartondernemers volgens Irene ook creatief omgaan. Zo is vaak meer mogelijk. ‘Het verschilt wat er nu kan en wat de familie wil. Ik had laatst een uitvaart in een klein theater, stippen op de grond om afstand te houden staan er dan niet. Het was een diner dansant opstelling met kleine tafels. Ik vind dat je dan stelletjes best naast elkaar aan één tafel kan zetten. Ze zitten tenslotte thuis ook naast elkaar en komen in één auto. Je maakt dan een tafelschikking en laat de mensen een voor een binnenkomen en waarschuwt ze afstand te houden. Een andere familie besloot juist de dienst bewust klein te houden met het eigen gezin en niet de oudere broers en zussen van de overledene uit te nodigen. Vanwege besmettingsgevaar.’
Onlangs besloot een beheerder van een begraafplaats dat dragers de kist niet met touwen in het graf mochten laten zakken. ‘Ik heb toen vier gezinsleden gezocht die normaal gesproken toch al de hele dag bij elkaar op de bank zitten. Die hebben de kist in het graf laten zakken.’ Een samenzijn na een crematie of begrafenis kan in deze tijd niet. ‘Ik vraag de mensen vaak maar gewoon naar huis te gaan en niet te blijven hangen.’
Alle maatregelen kunnen er wel voor zorgen dat de rouwverwerking bij nabestaanden anders verloopt. ‘Ik hoor het voornemen van veel nabestaanden dat ze op een later moment de overleden toch nog een keer willen herdenken in een nieuwe bijeenkomst.’
‘Verzin iets’
En Irene hoort ook de ellendige gevallen. Zoals van die man die in een verzorgingshuis zat. Zijn vrouw overleed thuis, maar als hij het verzorgingshuis zou verlaten en naar haar begrafenis zou gaan, dan zou hij niet meer terug mogen komen. ‘Dat moet toch anders kunnen. Dan denk ik wel eens, verzin iets. Het moet toch mogelijk zijn.’ Een doemscenario voor Irene is de manier waarop nu in Italië om wordt gegaan met begrafenissen en crematies. Niemand kan daarbij aanwezig zijn.
Irene’s moeder is ongeneeslijk ziek en daardoor kwetsbaar, zodat we nu niet bij haar langs gaan. ‘We hebben veel contact via Skype. Ik zie haar vaker dan voorheen, maar het doet wel wat met je.’
Dit artikel is geschreven door Erik van Huizen voor Weekblad Schuttevaer