Als uitvaartbegeleider krijg ik een aantal keer per jaar te maken met euthanasie. Aan de vooravond van de ‘week van de euthanasie’ schrijf ik over dit onderwerp. Omstanders zeggen bij euthanasie weleens tegen mij: “Oh, dan weet jij precies wanneer je moet gaan werken.” Echter, de uitvaartbegeleiding start in de meeste gevallen al bij leven. Op het moment dat een euthanasieverzoek besproken wordt met de arts ontstaan vaak ook de vragen hoe het dan verder gaat na de dood. Dat is meestal een moment waarop ik gebeld wordt voor een kennismakingsgesprek. Omdat mensen zich bewust zijn over het naderend levenseinde en de wensen voor de uitvaart willen bespreken.
In zo’n voorgesprek vertel ik ook wat er gebeurt nadat iemand is overleden. Want het is mijn ervaring dat veel families daar nog beter op kunnen worden voorbereid. Euthanasie is namelijk een niet-natuurlijk dood. De arts die de euthanasie toepast stelt de dood niet vast, maar schakelt een tweede arts in die de dood vaststelt. Deze tweede arts stelt ook vast of de euthanasie volgens de regels is toegepast en overlegt met de Officier van Justitie. Als er volgens de regels gewerkt is zal de Officier van Justitie het lichaam vrijgeven. Noodzakelijke stappen die tijd vragen, voordat ik ‘officieel’ in beeld kom.
Ik vind het belangrijk dat families goed op de hoogte zijn van de stappen die gaan komen. Zodat ze zich kunnen voorbereiden. En regie kunnen houden. Afgelopen jaar besprak ik dit gevoel ook met een aantal artsen die euthanasie toepasten. Voor arts én uitvaartbegeleider ligt een gezamenlijke opgave om de overgang van leven naar dood zo vloeiend mogelijk te laten verlopen.
Euthanasie komt voor uit het Oudgrieks: εὖ (eu) = “goede” en θάνατος (thanatos) = “dood”). Euthanasie betekent goede dood, milde dood of genadedood en verwijst naar handelingen die sterven zonder veel lijden bevorderen.
Wil je meer weten over euthanasie? Kijk dan op deze website.