Weet jij -als donor- wat er daadwerkelijk gebeurt met jouw lichaam als je dood gaat? Afgelopen maanden is volop gesproken over de nieuwe donorwet. Vanaf 2020 moet iedere Nederlander vanaf 18 jaar zijn keuze over orgaandonatie vastleggen. Als je niets doet, dan komt in het Donorregister vanzelf ‘geen bezwaar’ te staan. Je stemt dan dus stilzwijgend in met het feit om na je overlijden donor te zijn. Nabestaanden kunnen orgaandonatie tegenhouden als ze aannemelijk kunnen maken dat de registratie niet overeenkomt met de wens van de betrokkene.
Tijdens de debatten in aanloop naar de nieuwe donorwet is veel gesproken over protocollen, richtlijnen en de positieve emotionele kant. Over hoe levens met een nieuw orgaan veranderden van uitzichtloos tot intens gelukkig of de gedachte dat je na je dood in iemand anders kunt voortleven. En er zijn ook tegenstanders die oprecht twijfelen of je wel écht dood bent op het moment dat je naar de operatiekamer wordt gereden waar je organen zullen worden uitgenomen.
Tijdens mijn opleiding tot uitvaartbegeleider mocht ik eens aanwezig zijn bij een sectie. Een onderzoek om de doodsoorzaak te achterhalen en waarbij veel organen uit een lichaam werden uitgenomen en stuk voor stuk werden onderzocht. Ik weet nog heel goed dat ik toen aan de snijtafel dacht: “Als ik donor ben, zou dat dan ongeveer zo gaan na mijn dood?” In de aanloop naar de nieuwe donorwet heb ik weinig mensen horen spreken over wat er daadwerkelijk met je lichaam gebeurt als je donor bent. Hoe ziet dat proces eruit? En in hoeverre is dit proces anders dan dat je geen donor bent of kunt zijn? De Nederlandse Transplantatiestichting zet in animaties voor ons de feiten op een rij. Oké, maar dat zegt nog niet zoveel over bijvoorbeeld de impact van donatie op nabestaanden. Onlangs publiceerde de Volkskrant een artikel over een orgaandonatie van minuut-tot-minuut. Een verhelderend verhaal met een inzicht hoe nabestaanden er mee om kunnen gaan.
Je kunt straks stilzwijgend toestemmen om donor te zijn. Of je kunt een bewuste keuze maken. Voor jezelf én voor je naasten.